Praktijkgedeelte

Yess!! Je hebt je theorie gehaald, nu mag je ook het praktijk-examen afleggen.

Je rij-instructeur bepaalt wanneer je mag afrijden. Laat me één hele goede tip mee geven: Als je de keuze hebt of je rij-instructeur mee mag tijdens het afrijden, ALTIJD DOEN! Waarom? Tijdens het afrijden vraagt de examinator veel, als je rij-instructeur er bij zit gaan de gesprekken ook veel daar heen. Zo kun je je meer focussen op het afrijden i.p.v. dat je steeds moet antwoorden. Dat wil niet zeggen dat jou niks meer wordt gevraagd, want dat gebeurt zeker wel. Knipogen

Wanneer je voor het praktijk-examen moet, zul je moeten meenemen:

  • de oproepkaart
  • een theoriecertificaat (1 jaar geldig)
  • id bewijs
  • het ingevulde formulier Zelfreflectie
  • eventueel het adviesformulier van je tussentijdse toets
  •  

    Nu is het zover, je mag afrijden! Ik beschrijf in stappen wat er gebeurt en waar de examinatoren op letten tijdens het rijden:

    • Hetzelfde als met de theorie, moet je je melden en krijg je een nummer.
    • Dit nummer is van het tafeltje waar je aan moet zitten, wanneer je opgeroepen wordt.
    • Je wordt opgeroepen en zoekt het tafeltje nummer die je hebt gekregen. Hier zit je examinator.
    • Hij/zij zal even kennis met je maken en je dient het formulier zelfreflectie te geven.
    • Daarna volgt de ogentest; je moet op een afstand van ongeveer 25 meter een kenteken van een auto oplezen.
    • Dan vraagt de examinator je een aantal controle- en voorbereidingshandelingen uit te voeren. (Voorbeeld; hoe doe je de lichten aan? of waar zit het alarmlicht?) Ook kan het zijn dat je onder de motorkap een aantal dingen moet aanwijzen en aangeven waar die voor dienen.


    Voorbeeld foto

    1. Ruitensproeier
    2. Koelvloeistof
    3. Vulgat olie, hier kun je de olie bijvullen
    4. Oliepeilen, hier kun je de olie peilen van de auto
    5. Dynamo, daar laad je de accu mee op
    6. Accu



    Nu begint officieel het afrijden.. De examinator zal letten op:

    • ANTICIPEREN! De wat? Ja heeeel goed vooruit kijken dus. Dit is waar 9/10 op zakt tijdens het afrijden. Kom je op een stoplicht aanrijden en deze springt op oranje, weet dan heel goed of je gaat stoppen of doorrijden. Een tussenweg is er immers niet.
    • Kijkgedrag
    • Beheersing van de auto (JIJ hebt de auto in de macht, de auto jou niet)
    • Voorrang verlenen
    • Rekening houden met andere weggebruikers
    • Gedrag bij kruispunten
    • In- en uitvoegen
    • Bijzondere manoeuvres

     

    Meteen na afloop vertelt de examinator of je bent geslaagd of gezakt en waarom.

    Maar na het lezen van deze site en heel goed je best doen, slaag je natuurlijk! Lachen